Button staat met zijn voeten op de grond

Het is inmiddels een gewoonte geworden om Jenson Button en Ruben Barrichello na de finish van een Grand Prix op het podium te zien verschijnen. Een gewoonte die ontstond vanaf de eerste bocht, toen de twee coureurs de leiding namen. Button maakte een zeer goede start en Barrichello versloeg Räikkönen. Vanaf dat moment was de race bijna voorbij, zo gaf de Brit aan het einde van de race toe: “ Was de race moeilijk, lang, gespannen? Ik kende een goede start, Rubens reed niet ver achter, ook al had hij bandenproblemen aan de achterkant. Ik slaagde erin het gat groter te maken en daarna gebeurde er niet veel meer. »

Jenson Button moest echter zijn race veiligstellen, zijn voorsprong behouden en zijn rijgedrag tot het einde beheersen. Ook hij erkent dat de laatste ronden niet de makkelijkste zijn: “ Hoe vaker de race voorbijgaat, hoe meer we de indruk krijgen dat de barrières dichterbij komen, dat de baan smaller wordt! Wanneer het einde nadert, moeten we stoppen met denken en nadenken, en onszelf vertellen dat we deze legendarische race aan het winnen zijn. Je moet je concentreren op de baan, nadenken over het goed nemen van de bochten. Ik wist dat de auto me niet zou laten gaan, ik moest me concentreren op het rijden. » En uiteindelijk kwam de Brit acht seconden voorsprong op Rubens Barrichello over de streep.

Maar in plaats van te profiteren van dit succes, richt de leider van het wereldkampioenschap zich onmiddellijk op de rest van het seizoen: “ Het weekend was fantastisch, we hebben goed werk geleverd, de auto was perfect. We hebben bewezen dat het goed werkt en dat is bemoedigend voor de volgende races. »