Meneer Mouton en de Audi Quattro: “Niet zo eenvoudig als mensen zeiden”

Hoe heeft u het voorstel van Audi ontvangen?

Omdat mijn Engels niet fantastisch was, verstond ik slechts een paar woorden: "wereldkampioenschap", "vierwielaandrijving" en "Audi", dat is het dan ook. Ik wist niet waar ik aan begon, maar 'wereldkampioenschap' was genoeg argument. Ik wist dat ik ja moest zeggen.

Had u moeite om zich aan te passen aan de quattro?

Niet echt. Zeker is dat het anders was dan achterwielaandrijving, dat vierwielaandrijving het gedrag en de manier van rijden veranderde. Ze had een beetje onderstuur, maar toen leerde Mikkola me remmen met mijn linkervoet. Ik ben eind 1980 begonnen met een rallye in Finland. Ik herinner me vooral dat ik kapot ging bij min 40 graden, in hardloopschoenen.

Er werd mij gevraagd om netjes te rijden en ik kan me niet herinneren dat dat te moeilijk was. Toen ik mijn Fiat 131 Abarth vond tijdens de Rallye du Var, vond ik hem onbestuurbaar. Dit stelde mij gerust in mijn keuze: ik had er goed aan gedaan te veranderen.

Wat was de rol van Hannu Mikkola in de evolutie van de quattro?

Een grote rol, want het was zijn missie om de auto te ontwikkelen en hij beschouwde mij altijd als zijn gelijke. Ik was geen ingenieur zoals hij, maar ik had altijd een heel goed gevoel en kon dat met mijn woorden uitdrukken. Ik had zelden ongelijk. Heel vriendelijk, hij deelde altijd zijn gedachten en de veranderingen die hij had aangebracht met mij. We werkten samen, niet in de pas met onze technische vaardigheden, om het zo maar te zeggen.

Had je verwacht dat je in je eerste jaar bij Audi zou winnen?

Helemaal niet, want het was niet zo eenvoudig als mensen zeiden. Ik moest het tempo een aantal dagen volhouden en ben deze uitdaging aangegaan. Ik vergeleek mezelf altijd met andere quattro-rijders. De Akropolis, die in ongelooflijke hitte stond en je dag en nacht non-stop moest rijden, was voor niemand gemakkelijk en het bouwde karakter op.

Hebben de uitspraken van Walter Röhrl uw motivatie vertienvoudigd toen u het jaar daarop tegenover hem stond voor de wereldtitel?

Ik wil de zaken een beetje rechtzetten. Walter kennende, denk ik niet dat hij iets tegen mij zei. Toen mij werd verteld dat hij had gezegd dat een aap een quattro kon besturen, antwoordde ik gekscherend dat ik me daar geen zorgen over maakte, aangezien ik een schaap was! Ik heb nooit een probleem gehad met Walter, die onder alle omstandigheden een geweldige chauffeur was.

Voor mij veranderden deze uitspraken niets, het waren vooral de journalisten die ermee speelden. Toen hij in het team kwam (in 1984. Noot van de redactie), waren we met z'n vieren en begon het een beetje meer op de fabriek te lijken. Ik verdiende een goed inkomen, maar ik voelde een zekere vermoeidheid en misschien hield ik het niet meer op dezelfde manier vol.