De ambities van de “newbies”

Het IRC wordt steeds professioneler. In Ieper is Skoda aanwezig met zijn officiële team van twee auto's. Hetzelfde geldt voor Abarth, ook al behoren de twee Grande Punto S2000 tot de team Grifone. Bij het huis van Peugeot, met vijf auto's en maar liefst 59 mensen op de grond, maakt de Kronos-structuur indruk.

Naast deze indrukwekkende krachten proberen andere fabrikanten op hun eigen manier een plekje in de zon te veroveren. Tijdens de shakedown zette de Opel Corsa OPC, bestuurd door Alex Bengué, de 14e tijd neer, 5”2 achter het leidende trio. Guy Wilks plaatste zijn Proton Neo Satria op de 15e plaats, 6”0 achter de leiders, terwijl Patrick Snijers, viervoudig winnaar van het evenement, zijn VW Polo op de 18e plaats plaatste, 7”3 achter de besten.

Het ontwerp en de constructie van deze S2000's waren vergelijkbaar. In alle drie de gevallen was het het initiatief van een particuliere bereider (MSD voor Opel, MEM voor Proton en René Georges Rally Sport voor VW) die de betrokken merken overtuigde om de goedkeuring van het voertuig af te ronden. In tegenstelling tot Abarth, Peugeot en Skoda was de slagkracht van een grote fabrikant niet nodig. Dit is het voordeel en het was een van de doelstellingen van de technische reglementen van de S2000... maar de ontwikkeling en verfijning van deze auto's worden uitgevoerd volgens de middelen van de particuliere bereider. Het maakt een verschil.

Merk op dat Opel, in tegenstelling tot Proton en VW, niet geregistreerd is in het IRC. Dit betekent dat Alex Bengué en Mathieu Baumel deelnemen aan de Belgium Ypres Rally… maar niet aan de vijfde manche van de IRC 2009. Dat weerhoudt ons er niet van om de prestaties van de Opel Corsa OPC S2000 met aandacht te volgen.