Door begin jaren negentig de atmosferische 3,5-litermotor aan Groep C op te leggen, zou de FIA, onbewust, de dood van sportprototypes in Europa bespoedigen. Deze nieuwe regelgeving, die als te duur werd beschouwd, dwong fabrikanten zich tot GT's te wenden met meer gecontroleerde kosten. De redding van deze ‘open’ auto’s zou via de Verenigde Staten en het kampioenschap komen IMSA, met de oprichting in 1994 van de categorie World Sportscar Championship. Door tegelijkertijd de titel van wereldkampioenschap sportwagens terug te winnen, zou de serie groot succes kennen en veel fabrikanten aantrekken, waaronder autofabrikanten Ferrari die voor dit doel de fantastische 333 SP ontwikkelde.
Ook al kwam er (helaas) een einde aan de recente avonturen van Glinkenhaus en Isotta Fraschini vanwege de bedragen die nodig waren om überhaupt te bestaan, dan was het toentertijd nog steeds mogelijk om de toppen te bereiken met een pragmatische aanpak.
Zo presenteerden Bob Riley en Mark Scott in 1995 de MK III, een Sport Prototype gebaseerd op een chassis van stalen buizen bedekt met koolstofpanelen en ontworpen om plaats te bieden aan verschillende V8-motoren die aan de overkant van de Atlantische Oceaan erg populair waren. Ontworpen met de steun van luchtvaartspecialist John Roncz die op een innovatieve manier gebruik maakte van digitale vloeistofdynamica die nog in de kinderschoenen stond, de Rile
Dit artikel is alleen voor abonnees.
Je hebt nog 90% om te ontdekken.
Bent u al abonnee?
Inloggen
- Tot -50% besparing!
- Onbeperkt Premium-artikelen
- Het digitale magazine elke maandag vanaf 20 uur
- Toegang tot alle uitgaven sinds 2012 op de AUTOhebdo-app
Lees verder over deze onderwerpen:
Reageer op dit artikel! 0